MACHINE INSPECTIE 
 
MACHINE RI&E                            MACHINEVEILIGHEID                                              KEURING MACHINES                

MACHINEVEILIGHEID


Een machine kan heel veel zaken met zich mee brengen. Dat zijn directe maar ook indirecte zaken waar je rekening mee kan of zelfs moet houden.


SAFETYTEC zal hieronder uitvoerig tot in detail beschrijven wat er allemaal meespeelt/ mee kan spelen binnen een bedrijf. Dit is waar je mee te maken kunt krijgen als ondernemer. Dit kan bij elk bedrijf anders zijn. Het hangt sterk af van veel verschillende factoren. Het is dus een algemene beschrijving, je kunt hier niets direct aan afleiden! Elke klant, elke machine is anders en het is daarmee is het maatwerk. U dient te allen tijde te informeren wat bij u passend kan zijn in uw specifieke situatie.


In de meeste gevallen komen wij geheel vrijblijvend bij u om een schouwing te doen van uw machine/ machines.

De beschrijving hieronder is slechts informatief en zijn geen rechten aan te ontlenen!





Hoofdstuk 1: Inleiding tot Machineveiligheid


1.1 Wat is Machineveiligheid?
Machineveiligheid betreft alle maatregelen die worden genomen om te zorgen dat machines veilig kunnen worden gebruikt zonder risico voor de bedieners, onderhoudspersoneel en andere personen in de omgeving. Dit omvat zowel technische als organisatorische maatregelen, zoals:
• Technische maatregelen: Beveiligingen, sensoren, noodstops.
• Organisatorische maatregelen: Trainingen, werkprocedures, veiligheidsprotocollen.

1.2 Het Belang van Machineveiligheid

Het waarborgen van machineveiligheid is cruciaal om de volgende redenen:

1. Bescherming van gezondheid en welzijn: Ongevallen met machines kunnen leiden tot ernstig letsel of zelfs dodelijke ongevallen.
2. Voorkomen van financiële schade: Ongevallen en storingen kunnen hoge kosten met zich meebrengen door schadeclaims, boetes en productieverlies.
3. Naleving van wetgeving: Bedrijven zijn wettelijk verplicht om veilige werkomstandigheden te bieden.
4. Reputatie en bedrijfscontinuïteit: Veiligheid draagt bij aan het behoud van een goede bedrijfsreputatie en continuïteit van de productie.


1.3 Gevolgen van Onveilige MachinesOnveilige machines kunnen leiden tot:

• Persoonlijk letsel: Denk aan snijwonden, breuken, amputaties of elektrische schokken.
• Materiële schade: Beschadiging van machines, producten of infrastructuur.
• Stilstand van productie: Een ongeval kan leiden tot tijdelijke stillegging van de productielijn.
• Juridische consequenties: Bedrijven kunnen aansprakelijk worden gesteld voor ongevallen en overtredingen van veiligheidsvoorschriften.





Hoofdstuk 2: Wettelijke en Normatieve Kaders


2.1 Wet- en Regelgeving in Nederland


2.1.1 Arbowet (Arbeidsomstandighedenwet)


De Arbowet is de basis voor het veiligheidsbeleid in Nederland en legt verantwoordelijkheden vast voor werkgevers en werknemers. Het doel van de wet is om ongevallen en gezondheidsrisico’s op de werkvloer te voorkomen.
Belangrijke verplichtingen voor werkgevers:

  • Zorgen voor veilige werkomstandigheden.
  • Periodiek keuren van machines en installaties.
  • Informeren en instrueren van werknemers over veiligheidsmaatregelen.
  • Uitvoeren van een Risico-Inventarisatie en -Evaluatie (RI&E).

Verplichtingen voor werknemers

 

  • Het melden van onveilige situaties bij de leidinggevende.
  • Werknemers moeten de veiligheidsinstructies opvolgen en persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) gebruiken.


2.1.2 Warenwet en Machinerichtlijn
De Warenwet stelt eisen aan producten en machines om te garanderen dat deze veilig in gebruik zijn. De Europese Machinerichtlijn is een belangrijke aanvulling en stelt specifieke eisen aan machines voordat deze op de markt gebracht mogen worden.

CE-markering:
Machines die voldoen aan de Machinerichtlijn krijgen een CE-markering, wat betekent dat ze voldoen aan de minimale veiligheidseisen binnen de Europese Economische Ruimte (EER).
________________________________________

2.2 Europese Richtlijnen en Verordeningen

2.2.1 Machinerichtlijn 2006/42/EG
De Machinerichtlijn is van toepassing op de meeste machines binnen de EU en stelt eisen aan ontwerp, fabricage en gebruik van machines. Belangrijke onderdelen van de richtlijn zijn:

  • Het uitvoeren van een risicobeoordeling door de fabrikant.
  • Voorzien van machines met adequate veiligheidsmaatregelen.
  • Het opstellen van een gebruiksaanwijzing en technische documentatie.


2.2.2 Richtlijn Arbeidsmiddelen (89/655/EEG)
Deze richtlijn stelt eisen aan arbeidsmiddelen die door werknemers worden gebruikt, zoals machines, gereedschappen en apparatuur. Werkgevers moeten ervoor zorgen dat de arbeidsmiddelen veilig zijn en blijven door regelmatig onderhoud en keuringen.
________________________________________

2.3 Belangrijke Normen voor Machineveiligheid


2.3.1 NEN 3140 (Veilig werken met elektrische installaties)

De NEN 3140-norm legt regels vast voor het veilig werken met elektrische installaties en apparatuur. Dit omvat onder andere:

 

  • Periodieke inspecties van elektrische installaties.
  • Toegangsbeperkingen tot elektrische ruimtes.
  •  Het opleiden en certificeren van werknemers die met elektriciteit werken.                                                               

 



    2.3.2 NEN-EN-ISO 13849 (Veiligheidsgerelateerde delen van besturingssystemen)
    Deze norm beschrijft hoe besturingssystemen van machines moeten worden ontworpen om veilig te functioneren. Het behandelt onder andere:

 

  • De betrouwbaarheid van veiligheidsfuncties.
  • Categorieën van veiligheidscomponenten.
  • Risicobeoordeling en prestatieniveaus (Performance Levels).

    2.3.3 NEN-EN 60204-1:2018 (Elektrische uitrusting van machines)
    Deze norm specificeert de veiligheidsvereisten voor de elektrische uitrusting van machines, zoals schakelkasten, bekabeling en veiligheidsrelais. Het doel is om elektrische gevaren te minimaliseren.

    ________________________________________

 

2.4.1 Werkgever

Werkgevers hebben de plicht om:

• Machines aan te schaffen die voldoen aan de Machinerichtlijn en CE-gemarkeerd zijn.

  • Regelmatig onderhoud en keuringen uit te voeren.
  • Een veilige werkomgeving te creëren en werknemers op te leiden.



2.4.2 Werknemers

Werknemers zijn verplicht om:

  • Veiligheidsinstructies op te volgen.
  • Gebruik te maken van persoonlijke beschermingsmiddelen.
  • Onveilige situaties direct te melden.

 


2.4.3 Keuringsinstanties en deskundigen

Keuringen moeten vaak worden uitgevoerd door bevoegde personen of instanties die gecertificeerd zijn om machines te inspecteren en goed te keuren. Dit kan interne technische dienst zijn of een externe partij.


Hoofdstuk 3: Identificatie van Risico’s, waarin we ingaan op het identificeren, analyseren en beoordelen van risico's bij het gebruik van machines. Dit is een cruciale stap in machineveiligheid om passende maatregelen te treffen.

Hoofdstuk 3: Identificatie van Risico’s


3.1 Wat is Risicoanalyse?
Risicoanalyse is het proces van het identificeren van gevaren, inschatten van risico’s en bepalen van de maatregelen om deze risico’s te beheersen. Het doel is om de veiligheid van machines en werkprocessen te waarborgen door proactief gevaren te onderkennen.


3.1.1 Begrippen: Gevaar en Risico
• Gevaar: Een potentiële bron van schade of letsel, bijvoorbeeld een draaiend onderdeel van een machine.
• Risico: De kans dat het gevaar zich manifesteert en de ernst van de mogelijke gevolgen.
________________________________________
3.2 Veelvoorkomende Gevaren bij Machines
Machines brengen diverse soorten gevaren met zich mee, afhankelijk van hun ontwerp, gebruik en omgeving. Hieronder een overzicht van de meest voorkomende gevaren:

3.2.1 Mechanische Gevaren
• Bewegende delen: Draaikoppen, assen, tandwielen en riemen kunnen beknellingen of amputaties veroorzaken.
• Snij- en stootgevaar: Machines met scherpe onderdelen zoals zagen en messen.
• Ingesloten ruimtes: Gevaar voor verstikking of beknelling in afgesloten machinekamers.

3.2.2 Elektrische Gevaren
• Elektrische schokken: Door blootstelling aan slecht geïsoleerde draden of defecte componenten.
• Kortsluiting en brand: Onjuist aangesloten of overbelaste elektrische circuits kunnen brand veroorzaken.
• Statische elektriciteit: Vooral in omgevingen met ontvlambare stoffen.

3.2.3 Thermische Gevaren
• Hoge temperaturen: Bij machines die werken met hitte, zoals ovens of smeltinstallaties.
• Brandbare materialen: Gevaar voor brand of explosie bij onjuist gebruik van brandbare stoffen.

3.2.4 Fysieke Omgevingsgevaren
• Val- en struikelgevaar: Door slecht georganiseerde werkplekken of obstakels rondom de machine.
• Geluidsniveaus: Blootstelling aan hoge geluidsniveaus kan gehoorbeschadiging veroorzaken.

• Trillingen: Langdurige blootstelling aan trillende machines kan gezondheidsproblemen veroorzaken.


3.3 Methoden voor Risicoanalyse


Er zijn verschillende methoden om risico’s te analyseren en te beoordelen. De keuze van de methode hangt af van de complexiteit van de machine en de aard van de risico’s.


3.3.1 HAZOP (Hazard and Operability Study)
HAZOP is een gestructureerde methode die vooral wordt toegepast bij complexe installaties. Hierbij wordt gekeken naar afwijkingen in de werking van machines en de mogelijke gevolgen daarvan.

3.3.2 FMEA (Failure Mode and Effects Analysis)
FMEA identificeert mogelijke faalwijzen van een machine en analyseert de gevolgen voor de veiligheid. Dit helpt om preventieve maatregelen te ontwikkelen.

3.3.3 Checklists en Inspectieformulieren
Een eenvoudige maar effectieve methode is het gebruik van checklists waarmee specifieke gevaren systematisch worden gecontroleerd.


3.3.4 Risicomatrix
Een risicomatrix helpt om risico’s visueel te rangschikken op basis van de kans en de ernst van de gevolgen. Dit maakt prioritering van maatregelen mogelijk.
________________________________________
3.4 Risicobeoordeling
Na het identificeren van de risico’s volgt de beoordeling om te bepalen of aanvullende maatregelen nodig zijn.

3.4.1 Risicoprioritering
Risico’s worden ingedeeld in categorieën zoals laag, middelmatig of hoog. Hoge risico’s vereisen directe actie, terwijl lage risico’s mogelijk acceptabel zijn zonder verdere maatregelen.

3.4.2 Risicoacceptatiecriteria
Elk bedrijf moet duidelijke criteria vaststellen voor het accepteren van risico’s, bijvoorbeeld door gebruik te maken van normen zoals ALARP (As Low As Reasonably Practicable).

3.4.3 Documentatie van Risicobeoordeling
Alle bevindingen van de risicobeoordeling moeten gedocumenteerd worden in rapporten. Dit vormt de basis voor toekomstige inspecties en audits.



Hoofdstuk 4: Veiligheidsmaatregelen en Bescherming, waarin we bespreken hoe geïdentificeerde risico’s kunnen worden beheerst met behulp van technische en organisatorische maatregelen.


Hoofdstuk 4: Veiligheidsmaatregelen en Bescherming

4.1 Het Doel van Veiligheidsmaatregelen
Veiligheidsmaatregelen zijn bedoeld om de kans op ongevallen te verkleinen en de gevolgen van potentiële incidenten te minimaliseren. Dit kan worden bereikt door:

  • Het elimineren van gevaren waar mogelijk.
  • Het beperken van blootstelling aan risico’s.
  • Het beschermen van werknemers tegen onvermijdelijke gevaren.

________________________________________
4.2 Soorten Veiligheidsmaatregelen

4.2.1 Technische Maatregelen


Technische maatregelen zijn fysieke voorzieningen die direct de machine of de werkplek veiliger maken.


• Afschermingen en Beschermkappen: Deze voorkomen contact met bewegende delen van de machine. Voorbeelden zijn omkastingen rond tandwielen of afschermplaten bij draaiende assen.

• Noodstopvoorzieningen: Noodstops maken het mogelijk om een machine onmiddellijk stil te leggen in een noodsituatie. Dit kan handmatig of automatisch via sensoren worden geactiveerd.
• Interlocks: Interlocks zijn veiligheidsmechanismen die ervoor zorgen dat bepaalde handelingen alleen kunnen worden uitgevoerd als aan specifieke voorwaarden is voldaan. Bijvoorbeeld het blokkeren van de toegang tot een machine totdat deze volledig is stilgelegd.
• Sensoren en Lichtschermen: Deze detecteren de aanwezigheid van personen in gevaarlijke zones en stoppen de machine als iemand te dichtbij komt.
• Veiligheidsrelais en -besturingen: Deze zorgen ervoor dat alle veiligheidscomponenten correct functioneren en de machine veilig blijft werken.

4.2.2 Organisatorische Maatregelen


Organisatorische maatregelen richten zich op het gedrag en de kennis van werknemers en hoe werkprocessen zijn ingericht.

• Werkinstructies en Protocollen: Duidelijke procedures helpen werknemers om veilig met machines om te gaan. Dit omvat stappen voor het in- en uitschakelen van machines, onderhoudsprotocollen en noodprocedures.
• Opleiding en Training: Medewerkers moeten worden opgeleid in veilig gebruik van machines, inclusief het herkennen van gevaren en het juist toepassen van persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM).
• Toegangsbeperkingen: Alleen bevoegd en getraind personeel mag toegang hebben tot risicovolle machines.


4.3 Persoonlijke Beschermingsmiddelen (PBM)
PBM zijn de laatste verdedigingslinie tegen risico’s die niet volledig kunnen worden geëlimineerd door technische of organisatorische maatregelen. Voorbeelden zijn:

  • Helmen: Bescherming tegen vallende objecten.
  • • Oogbescherming: Brillen of vizieren ter bescherming tegen splinters of chemische stoffen.
    • Gehoorbescherming: Oorkappen of oordoppen bij machines met hoge geluidsniveaus.
    • Hand- en armbeveiliging: Handschoenen die bescherming bieden tegen snijwonden of chemicaliën.
    • Veiligheidsschoenen: Ter voorkoming van verwondingen door vallende objecten of scherpe materialen.
    ________________________________________

 

    4.4 Toepassing van Veiligheidsmaatregelen in de Praktijk
    Bij het implementeren van veiligheidsmaatregelen is het belangrijk om een balans te vinden tussen veiligheid en efficiëntie. Machines mogen niet onnodig worden beperkt in hun functionaliteit. Een goede aanpak omvat:

 

  • Risicoanalyse voorafgaand aan implementatie.
  • Betrekken van werknemers bij de keuze van maatregelen.
  • Regelmatige evaluatie en bijstelling van de maatregelen.

 

    ________________________________________
    4.5 Voorbeelden van Veiligheidsoplossingen per Machine


 

  • Draaibanken: Gebruik van afschermkappen en noodstops.
  • • Lasapparatuur: Lashelmen met automatische verduistering en goede ventilatie.
    • Persmachines: Tweehandenbediening om onbedoeld activeren te voorkomen.
    ________________________________________

    4.6 Controle en Onderhoud van Veiligheidsmaatregelen

    Regelmatig onderhoud en controle van veiligheidsvoorzieningen is cruciaal om ervoor te zorgen dat ze effectief blijven. Dit omvat Periodieke inspecties, keuringen van veiligheidscomponenten zoals noodstops en afschermingen maar ook documentatie van controles en reparaties en kalibratie van sensoren en meetsystemen.









Hoofdstuk 5: Het Keuringsproces van Machines. In dit hoofdstuk bespreken we hoe het keuringsproces wordt uitgevoerd, welke stappen essentieel zijn, en welke documentatie daarbij hoort.


Hoofdstuk 5: Het Keuringsproces van Machines


5.1 Doel van Machinekeuringen
Machinekeuringen hebben als doel om de veiligheid en functionaliteit van machines te waarborgen. Keuringen zijn verplicht volgens wet- en regelgeving en dragen bij aan:
• Preventie van ongevallen: Door vroegtijdig defecten op te sporen.
• Naleving van wetgeving: Keuringen zorgen ervoor dat machines voldoen aan normen zoals de NEN 3140 en de Machinerichtlijn.
• Beperking van stilstand: Door machines in goede conditie te houden.
________________________________________

5.2 Soorten Keuringen

5.2.1 Periodieke Keuringen
Deze keuringen vinden op vaste tijdstippen plaats, afhankelijk van de risico’s en intensiteit van het gebruik. Voor machines met een hoog risiconiveau zijn jaarlijkse keuringen gebruikelijk.


5.2.2 Keuring na Reparatie of Wijziging
Na een grote reparatie of een aanpassing aan de machine is een herkeuring noodzakelijk om te controleren of de machine nog steeds veilig is.

5.2.3 Keuring bij Ingebruikname
Nieuwe machines moeten voor ingebruikname worden gekeurd om te controleren of ze voldoen aan de eisen van de Machinerichtlijn en andere relevante normen.
________________________________________

5.3 Stappen in het Keuringsproces
Stap 1: Voorbereiding en Planning
Een goede voorbereiding is essentieel voor een efficiënte keuring. Dit omvat:
• Verzamelen van documentatie: Technische handleidingen, eerdere keuringsrapporten en onderhoudslogboeken.
• Afstemmen met de productie: Zorgen dat de machine beschikbaar is voor keuring zonder productieprocessen te verstoren.

Stap 2: Visuele Inspectie
Tijdens de visuele inspectie controleert de keurmeester op:
• Schade aan onderdelen: Barsten, slijtage of corrosie.
• Beveiligingsvoorzieningen: Aanwezigheid en werking van afschermingen, noodstops en interlocks.

  • Bekabeling en elektrische aansluitingen: Controle op beschadigingen en correcte installatie.

 


Stap 3: Functionele Testen
Functionele tests controleren of de machine correct functioneert onder normale bedrijfsomstandigheden. Dit omvat:

  • Start- en stopmechanismen.
  • Werking van veiligheidsvoorzieningen: Testen van noodstop en interlocks.
  • • Controle van automatische functies: Bij geautomatiseerde machines.

    Stap 4: Technische Metingen en Kalibraties
    Technische metingen zijn nodig om elektrische en mechanische parameters te controleren:
    • Elektrische veiligheid: Metingen van isolatieweerstand, aardlekstromen en spanningsniveaus.
    • Mechanische metingen: Controle van bewegingsvrijheid, trillingsniveaus en smeerpunten.
  • Kalibratie van sensoren en meetinstrumenten: Zorgen dat ze nauwkeurig blijven.

 


Stap 5: Rapportage en Documentatie

Na afloop van de keuring wordt een rapport opgesteld met:
• Overzicht van bevindingen: Beschrijving van eventuele gebreken en aanbevelingen.

  • Actiepunten: Wat moet worden gerepareerd of vervangen.

• Keuringsticker: Plaatsen van een keuringssticker op de machine met de datum van de volgende keuring.
________________________________________

5.4 Documentatieverplichtingen
Het is wettelijk verplicht om keuringsrapporten te bewaren. Deze documenten moeten beschikbaar zijn voor inspecties door de Arbeidsinspectie of andere toezichthouders. Belangrijke documenten zijn:

  • Keuringsrapporten.
  • Onderhoudslogboeken.
  • Handleidingen en technische tekeningen.

________________________________________
5.5 Veelvoorkomende Problemen tijdens Keuringen
Tijdens keuringen worden vaak dezelfde problemen geconstateerd, zoals:

  • Versleten of beschadigde afschermingen.
  • Niet-werkende noodstopvoorzieningen.
  • Slecht onderhouden elektrische aansluitingen.

________________________________________
5.6 Oplossingen en Correctieve Maatregelen

Bij geconstateerde gebreken worden direct correctieve maatregelen aanbevolen:

  • Onderhoud of vervanging van onderdelen.
  • Aanpassing van veiligheidsprocedures.
  • Training van personeel om correct gebruik te bevorderen.







Hoofdstuk 6: Opleiding en Bewustwording van Werknemers, waarin wordt besproken hoe het trainen van werknemers en het verhogen van veiligheidsbewustzijn bijdragen aan machineveiligheid en het voorkomen van ongevallen.


Hoofdstuk 6: Opleiding en Bewustwording van Werknemers


6.1 Het Belang van Opleiding in Machineveiligheid
Een goed opgeleide medewerker begrijpt de risico’s van het werken met machines en weet hoe deze veilig te gebruiken. Opleidingen zijn cruciaal om:

  • Ongevallen te voorkomen.
  • Veiligheidsmaatregelen correct toe te passen.
  • De naleving van regelgeving te waarborgen.

 


6.2 Typen Veiligheidstrainingen

6.2.1 Basisveiligheidstraining
Deze training is gericht op alle werknemers en behandelt algemene veiligheidsregels, gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) en noodprocedures.

6.2.2 Specifieke Machinetraining
Deze training richt zich op het veilig bedienen van specifieke machines. Inhoud kan zijn:
• Werking en bediening: Hoe de machine opstarten, bedienen en stoppen.
• Veiligheidsvoorzieningen: Uitleg van noodstops, interlocks en afschermingen.
• Preventief onderhoud: Basiskennis van dagelijkse controles en eenvoudige onderhoudstaken.

6.2.3 Training voor Onderhoudspersoneel
Onderhoudsmedewerkers krijgen training in:

  • Veilig werken aan stilgelegde machines.
  • • Lockout-Tagout (LOTO)-procedures: Zorgen dat machines spanningsvrij zijn voordat er onderhoud plaatsvindt.
  • Diagnose en reparatie van veiligheidsvoorzieningen.

 


6.2.4 BHV en EHBO
Bedrijfshulpverleners (BHV’ers) moeten goed getraind zijn in eerste hulp, evacuatieprocedures en brandbestrijding.
________________________________________

6.3 Verhogen van Veiligheidsbewustzijn

6.3.1 Toolboxmeetings
Regelmatige korte bijeenkomsten waarin specifieke veiligheidskwesties worden besproken. Voorbeelden zijn:

  • Omgaan met nieuwe machines.
  • Lessen uit incidenten.
  • Aandachtspunten tijdens seizoensgebonden werkzaamheden.

 


6.3.2 Veiligheidscampagnes
Campagnes met posters, nieuwsbrieven en workshops om bewustwording te vergroten. Thema’s kunnen variëren van veilig werken met elektrische apparatuur tot ergonomie en tiltechnieken.

6.3.3 Gebruik van Technologie
Virtual Reality (VR) en Augmented Reality (AR) worden steeds vaker gebruikt voor het trainen van werknemers in een veilige, gesimuleerde omgeving.
________________________________________

6.4 Toezicht en Handhaving
Het is belangrijk dat leidinggevenden toezicht houden op het naleven van veiligheidsregels. Dit kan door:
• Werkplekinspecties: Regelmatige controles op naleving van veiligheidsmaatregelen.
• Feedback en Correctie: Directe feedback aan werknemers die veiligheidsregels overtreden of juist goed opvolgen.
• Incidentenrapportage: Het analyseren van ongevallen en bijna-ongevallen om herhaling te voorkomen.
________________________________________

6.5 Rol van Leidinggevenden en Veiligheidsfunctionarissen
Leidinggevenden en veiligheidsfunctionarissen spelen een sleutelrol in het handhaven en bevorderen van machineveiligheid. Hun verantwoordelijkheden zijn onder meer:

  • Organiseren van trainingen.
  • Toezien op naleving van regels.
  • Ondersteunen van werknemers bij veiligheidsvragen.

________________________________________

6.6 Evaluatie van Opleidingsprogramma’s
Het evalueren van opleidingsprogramma’s helpt om de effectiviteit ervan te meten en verbeterpunten te identificeren. Evaluatiemethoden zijn:

  • Enquêtes onder deelnemers.
  • Toetsen van kennis en vaardigheden.
  • Observeren van gedrag op de werkvloer.







Hoofdstuk 7: Onderhoud en Inspectie van Machines, waarin we ingaan op het belang van regelmatig onderhoud, de verschillende soorten onderhoud en inspectieprocedures, en hoe deze bijdragen aan machineveiligheid.


Hoofdstuk 7: Onderhoud en Inspectie van Machines

7.1 Belang van Onderhoud en Inspectie
Goed onderhoud en regelmatige inspecties zijn essentieel om machines veilig en efficiënt te laten werken. Ze helpen om:

  • Storingen en ongevallen te voorkomen.
  • De levensduur van machines te verlengen.
  • Productiestilstand te minimaliseren.
  • Te voldoen aan wettelijke verplichtingen.

________________________________________
7.2 Soorten Onderhoud

7.2.1 Preventief Onderhoud
Dit is gepland onderhoud dat wordt uitgevoerd om storingen te voorkomen. Het omvat:

  • Periodieke controles en vervanging van onderdelen.
  • Smeren van bewegende delen.
  • Kalibreren van sensoren en meetinstrumenten.

Voordelen:

  • Vermindert onverwachte stilstand.
  • Verhoogt de betrouwbaarheid van de machine.


7.2.2 Correctief Onderhoud
Correctief onderhoud wordt uitgevoerd nadat een storing of defect is geconstateerd. Voorbeelden zijn:

  • Reparatie van defecte onderdelen.
  • Vervanging van beschadigde componenten.

Nadelen:

  • Kan leiden tot onverwachte stilstand.
  • Mogelijk hogere kosten door spoedreparaties.


7.2.3 Predictief Onderhoud
Bij predictief onderhoud wordt de conditie van de machine continu gemonitord met sensoren en software. Dit maakt het mogelijk om onderhoud precies op het juiste moment uit te voeren.
Voorbeelden van technieken:

  • Trillingsanalyse.
  • Thermografie.
  • Olieanalyse.

________________________________________
7.3 Inspectieprocedures

7.3.1 Visuele Inspectie
Inspecteurs controleren machines op zichtbare schade, slijtage en lekkages. Dit is een eenvoudige maar effectieve methode om potentiële problemen op te sporen.

7.3.2 Functionele Tests
Hierbij wordt gecontroleerd of de machine correct werkt. Dit omvat het testen van:

  • Start- en stopmechanismen.
  • Noodstops en beveiligingssystemen.
  • Automatische functies.


7.3.3 Veiligheidsinspecties
Specifieke controles gericht op veiligheidsaspecten, zoals:

  • Afschermingen en interlocks.
  • Elektrische veiligheid.
  • Aardlekschakelaars en isolatieweerstand.

________________________________________

7.4 Checklist voor Machine-inspectie
Een standaard checklist voor inspectie bevat de volgende items:

  • Controle van afschermingen en beschermkappen.
  • Testen van noodstop en interlocks.
  • Inspectie van elektrische aansluitingen.
  • Controleren op lekkages van olie of andere vloeistoffen.
  • Meten van trillings- en geluidsniveaus.
  • Kalibreren van meetinstrumenten.

________________________________________

7.5 Registratie en Documentatie van Onderhoud
Alle onderhouds- en inspectiewerkzaamheden moeten worden gedocumenteerd. Dit helpt bij:

  • Naleving van wettelijke verplichtingen.
  • Opsporen van terugkerende problemen.
  • Planning van toekomstig onderhoud.

Belangrijke documenten:

  • Onderhoudslogboeken.
  • Inspectierapporten.
  • Reparatiedocumentatie.
  • Certificaten van keuringen.

________________________________________

7.6 Rollen en Verantwoordelijkheden in Onderhoud
Verschillende personen binnen een organisatie zijn betrokken bij onderhoud en inspecties:
• Onderhoudstechnici: Voeren het onderhoud en de reparaties uit.
• Productiemedewerkers: Voeren dagelijkse controles uit en rapporteren problemen.
• Veiligheidscoördinatoren: Coördineren veiligheidsinspecties en audits.
• Externe keuringsinstanties: Voeren verplichte keuringen uit volgens de wet.
________________________________________
7.7 Frequentie van Onderhoud en Inspecties
De frequentie van onderhoud en inspecties hangt af van:

  • Het type machine.
  • De gebruiksintensiteit.
  • De omgeving waarin de machine wordt gebruikt.
  • Wettelijke eisen.

________________________________________
7.8 Veelvoorkomende Problemen en Oplossingen bij Onderhoud
Veelvoorkomende problemen zijn:
• Gebrek aan reserveonderdelen: Zorg voor een voorraad van kritieke onderdelen.
• Onvoldoende geschoold personeel: Investeer in training en certificering.
Onjuiste documentatie: Gebruik digitale systemen om documentatie te verbeteren.










Hoofdstuk 8: Wettelijke Voorschriften en Normen, waarin wordt uitgelegd welke regelgeving van toepassing is op machineveiligheid en hoe normen bijdragen aan veilige werkomstandigheden.

Hoofdstuk 8: Wettelijke Voorschriften en Normen

8.1 Het Belang van Wet- en Regelgeving
Wet- en regelgeving zorgen ervoor dat machines veilig worden ontworpen, geïnstalleerd en gebruikt. Bedrijven moeten deze regels naleven om:

  • Ongevallen te voorkomen.
  • Juridische aansprakelijkheid te vermijden.
  • Een veilige werkomgeving te creëren.

________________________________________

8.2 Belangrijke Wettelijke Kaders en Richtlijnen

8.2.1 Machinerichtlijn (2006/42/EG)
De Europese Machinerichtlijn stelt eisen aan het ontwerp en de fabricage van machines om ervoor te zorgen dat ze veilig zijn. Belangrijke aspecten:
• CE-markering: Machines die aan de richtlijn voldoen, krijgen een CE-markering.
• Technisch dossier: Fabrikanten moeten een dossier bijhouden met alle documentatie over het ontwerp en de veiligheid.
• Handleidingen: Elke machine moet worden geleverd met een gebruiks- en onderhoudshandleiding.

8.2.2 Arbeidsomstandighedenwet (Arbowet)
De Arbowet verplicht werkgevers om een veilige werkomgeving te bieden. Dit omvat:
• Risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E): Werkgevers moeten de risico’s van hun machines in kaart brengen en beheersmaatregelen treffen.
• Voorlichting en training: Werknemers moeten worden geïnformeerd over de gevaren en hoe ze veilig kunnen werken.

8.2.3 NEN- en ISO-normen
Normen bieden specifieke richtlijnen voor de veiligheid van machines. Belangrijke normen zijn:
• NEN 3140: Beheersing van elektrische installaties en machines.
• ISO 12100: Principes voor risicobeoordeling en risicoreductie.
• ISO 13849: Veiligheidsgerelateerde besturingssystemen.


8.2.4 ATEX-richtlijnen
Deze richtlijnen gelden voor machines die worden gebruikt in explosiegevaarlijke omgevingen. Machines moeten speciaal worden ontworpen om explosies te voorkomen.
________________________________________

8.3 Het Certificeringsproces
Om aan de wet- en regelgeving te voldoen, moeten machines worden gecertificeerd. Het proces omvat:
• Risicobeoordeling: Identificeren van mogelijke gevaren.
• Toepassing van normen: Implementeren van technische en organisatorische maatregelen.
• Keuring en testprocedures: Machines moeten worden getest op veiligheid en functionaliteit.
• Documentatie en CE-markering: Na goedkeuring ontvangt de machine een CE-markering.
________________________________________

8.4 Verantwoordelijkheden van Fabrikanten en Werkgevers
• Fabrikanten: Moeten zorgen dat hun machines voldoen aan alle relevante richtlijnen en normen.
• Werkgevers: Moeten machines veilig gebruiken, onderhouden en regelmatig laten keuren.
________________________________________

8.5 Handhaving en Sancties
Toezichthouders zoals de Nederlandse Arbeidsinspectie controleren op naleving van de regelgeving. Bij overtredingen kunnen sancties worden opgelegd, zoals:
• Boetes: Voor het niet naleven van veiligheidsvoorschriften.
• Stillegging van machines: Bij ernstige gebreken.
• Juridische aansprakelijkheid: Werkgevers kunnen aansprakelijk worden gesteld voor ongevallen.
________________________________________

8.6 Updates en Wijzigingen in Regelgeving
Wet- en regelgeving veranderen regelmatig. Bedrijven moeten op de hoogte blijven van wijzigingen door:

  • Abonneren op nieuwsbrieven van norminstituten.
  • Bijwonen van seminars en cursussen over wet- en regelgeving.
  • Samenwerken met certificerende instanties.

________________________________________

8.7 Praktijkvoorbeelden van Naleving
• Productiebedrijven: Implementeren van lockout-tagout (LOTO) procedures om onderhoud veilig uit te voeren.
• Explosiegevaarlijke omgevingen: Gebruik van ATEX-gecertificeerde machines.
• Ziekenhuizen: Regelmatige keuring van medische apparatuur volgens de CE-normen.











Hoofdstuk 9: Risicobeoordeling en Risicobeheersing, waarin we bespreken hoe risico's rond machines worden geïdentificeerd, geanalyseerd en beheerst om een veilige werkomgeving te garanderen.

Hoofdstuk 9: Risicobeoordeling en Risicobeheersing

9.1 Het Belang van Risicobeoordeling
Risicobeoordeling is een systematisch proces om gevaren te identificeren en de kans en ernst van ongevallen te evalueren. Dit is essentieel om:

  • Ongevallen te voorkomen.
  • Voldoen aan wettelijke verplichtingen.
  • Gerichte veiligheidsmaatregelen te implementeren.

________________________________________

9.2 Stappen in Risicobeoordeling

Stap 1: Identificatie van Gevaren
Een gevaar is elke situatie of omstandigheid die schade kan veroorzaken. Voorbeelden:
• Mechanische gevaren: Draaien van onderdelen, scherpe randen.
• Elektrische gevaren: Blootliggende bedrading, slechte aarding.
• Thermische gevaren: Heet oppervlak, brandgevaar.
• Ergonomische gevaren: Onjuiste werkhouding, repetitieve bewegingen.
Methode: Gebruik van checklists, inspecties en interviews met werknemers om gevaren te identificeren.

Stap 2: Beoordeling van Risico’s
Een risico wordt beoordeeld op basis van twee factoren:

  • De kans op een ongeval.
  • De ernst van de gevolgen

Risico’s worden vaak ingedeeld in categorieën, zoals laag, middelmatig of hoog.

Stap 3: Risicoreductie
Als een risico onacceptabel is, moeten maatregelen worden genomen om het risico te verkleinen. Dit kan door:
• Eliminatie van het gevaar: Bijvoorbeeld het verwijderen van een gevaarlijk onderdeel.
• Technische maatregelen: Plaatsen van afschermingen of beveiligingssystemen.
• Organisatorische maatregelen: Het opstellen van veilige werkprocedures.
• Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM): Het gebruik van handschoenen, brillen of gehoorbescherming.
________________________________________

9.3 Risicoanalysemodellen

9.3.1 Fine & Kinney-methode
Een kwantitatieve methode die risico’s beoordeelt door ze een score te geven op basis van kans, blootstelling en ernst.

9.3.2 Failure Mode and Effects Analysis (FMEA)
Een techniek om mogelijke faalwijzen van een machine te analyseren en hun impact te bepalen.

9.3.3 Bowtie-analyse
Een visuele methode waarbij gevaren, preventieve maatregelen en noodmaatregelen worden weergegeven in een diagram.
________________________________________

9.4 Implementatie van Beheersmaatregelen

9.4.1 Technische Maatregelen
Deze maatregelen zijn gericht op het fysiek veiliger maken van machines, zoals:

  • Afschermingen en hekwerken.
  • Noodstopknoppen en interlocks.
  • Automatische uitschakeling bij storingen.


9.4.2 Organisatorische Maatregelen
Deze maatregelen omvatten regels, procedures en werkmethodes:

  • Lockout-Tagout (LOTO)-procedures.
  • Werkvergunningen voor risicovolle taken.
  • Veiligheidsinstructies en training.


9.4.3 Gebruik van Persoonlijke Beschermingsmiddelen (PBM)
PBM zijn een laatste verdedigingslinie als technische en organisatorische maatregelen niet voldoende zijn. Voorbeelden:

  • Helmen en veiligheidsschoenen.
  • Oogbescherming en gehoorbescherming.
  • Valharnassen voor werken op hoogte.


9.5 Monitoring en Evaluatie van Risico’s
Risico’s veranderen door veroudering van machines, wijzigingen in werkprocessen of nieuwe technologieën. Daarom is continue monitoring essentieel:

  • Regelmatige herbeoordeling van risico’s.
  • Analyseren van incidenten en bijna-ongevallen.
  • Bijwerken van risicobeoordelingen.


9.6 Documentatie en Rapportage
Het vastleggen van risicobeoordelingen is verplicht en biedt inzicht in:

  • Geïdentificeerde gevaren en risico’s.
  • Maatregelen die zijn genomen om risico’s te beheersen.
  • Evaluatieresultaten en verbeterpunten.

Belangrijke documenten:
Risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E).

    •Inspectierapporten.
    Incidentenrapportages.

________________________________________

9.7 Voorbeelden uit de Praktijk
• Productieomgeving: Het plaatsen van afschermingen rond bewegende onderdelen om snijwonden te voorkomen.
• Bouwsector: Gebruik van valbeveiliging bij werken op hoogte.
Magazijnen: Implementatie van verkeersroutes en spiegelplaatsing om aanrijdingen met heftrucks te vermijden.












Hoofdstuk 10: Incidentenbeheer en Noodprocedures, waarin wordt uitgelegd hoe organisaties incidenten moeten aanpakken, onderzoeken en voorkomen, en hoe ze noodprocedures opstellen en implementeren.


Hoofdstuk 10: Incidentenbeheer en Noodprocedures

10.1 Het Belang van Incidentenbeheer
Incidentenbeheer is essentieel om ongevallen te minimaliseren en de gevolgen van storingen of ongelukken te beperken. Door incidenten systematisch te beheren, kunnen organisaties:

  • Herhaling van incidenten voorkomen.
  • Leren van fouten en tekortkomingen.
  • De veiligheidscultuur versterken.

________________________________________

10.2 Definitie van Incidenten en Ongevallen
• Incident: Een onverwachte gebeurtenis die schade had kunnen veroorzaken maar dat niet deed (bijna-ongeval).
• Ongeval: Een gebeurtenis die leidt tot letsel, schade aan eigendommen of milieu.
________________________________________

10.3 Stappen in Incidentenbeheer

Stap 1: Eerste Reactie
Bij een incident is de eerste prioriteit om de situatie onder controle te krijgen en verdere schade te voorkomen:
•  Beoordelen van de situatie.

  • Verlenen van eerste hulp indien nodig.
  • Evacueren van werknemers uit gevaarlijke gebieden.
  • Inschakelen van hulpdiensten indien nodig.



Stap 2: Melden van Incidenten
Alle incidenten, inclusief bijna-ongevallen, moeten worden gemeld. Dit kan via:

  • Interne meldingsformulieren.
  • Digitale meldingssystemen.
  • Directe melding aan leidinggevenden.

Stap 3: Onderzoek naar Incidenten
Het doel van een incidentenonderzoek is om de onderliggende oorzaken te achterhalen en corrigerende maatregelen te nemen. Dit omvat:
• Verzamelen van feiten: Interviews, foto's en camerabeelden.
• Oorzakenanalyse: Gebruik van methoden zoals de 5x Waarom-methode of de Tripod-methode.
• Rapportage: Het opstellen van een rapport met bevindingen en aanbevelingen.
________________________________________

10.4 Corrigerende en Preventieve Maatregelen
Op basis van het incidentenonderzoek worden maatregelen genomen om herhaling te voorkomen:
• Corrigerende maatregelen: Directe oplossingen om geconstateerde gebreken te verhelpen.
• Preventieve maatregelen: Langetermijn oplossingen om vergelijkbare risico’s in de toekomst te verminderen.
________________________________________

10.5 Noodprocedures en Calamiteitenplannen
Een effectief calamiteitenplan beschrijft hoe te handelen in noodsituaties zoals brand, explosie, chemische lekkages of machine falen.

10.5.1 Belangrijke Elementen van een Calamiteitenplan

  • Nooduitgangen en vluchtwegen.
  • • Communicatieprotocollen: Hoe werknemers en hulpdiensten worden geïnformeerd.
    • Evacuatieprocedures: Inclusief verzamelplaatsen en rol van BHV’ers.
    • Alarmeringssystemen: Brandalarmen, noodtelefoons en sirenes.

    10.5.2 Training en Oefeningen
    Het is belangrijk dat werknemers regelmatig worden getraind en dat noodprocedures worden geoefend. Dit kan door:

  • Ontruimingsoefeningen.
  • Scenario-oefeningen met hulpdiensten.
  • Theoretische en praktische trainingen.
    ________________________________________

    10.6 Communicatie tijdens Noodsituaties
    Duidelijke communicatie is cruciaal om paniek te voorkomen en de coördinatie van de respons te waarborgen. Dit omvat:

  • Gebruik van portofoons en intercoms.
  • Aanwijzing van een communicatiemanager.
  • Regelmatige updates aan werknemers en betrokken partijen.
    ________________________________________

    10.7 Evaluatie en Verbetering van Noodprocedures
    Na elke oefening of echte noodsituatie moet het calamiteitenplan worden geëvalueerd en, indien nodig, verbeterd. Dit kan door:

  • Feedback van betrokkenen te verzamelen.
  • Analyseren van wat goed ging en wat beter kan.
  • Aanpassen van procedures op basis van lessen geleerd.
    ________________________________________

    10.8 Rollen en Verantwoordelijkheden
    In geval van een noodsituatie hebben verschillende personen specifieke taken:
    • BHV’ers (Bedrijfshulpverleners): Verlenen eerste hulp en coördineren de evacuatie.
    • Leidinggevenden: Zorgen voor communicatie en besluitvorming.
    • Veiligheidscoördinatoren: Beheren het calamiteitenplan en zorgen voor training en oefeningen.
    • Werknemers: Volgen instructies op en melden incidenten.

________________________________________

10.9 Voorbeelden van Noodsituaties en Reacties
• Machinebrand: Directe actie door noodstop te activeren en brandblussers te gebruiken.
• Chemische lekkage: Afsluiten van de lekkagebron en evacueren van het gebied.
• Elektrische storing: Uitschakelen van de stroom en inschakelen van een elektricien.
________________________________________

10.10 Belang van Een Sterke Veiligheidscultuur
Een veiligheidscultuur waarin iedereen zich bewust is van risico’s en verantwoordelijkheden draagt bij aan effectief incidentenbeheer en noodprocedures. Dit kan worden bevorderd door:

  • Open communicatie over veiligheid.
  • Betrekken van werknemers bij veiligheidsbeleid.
  • Erkenning en beloning van veilig gedrag.



 
 
 
 
E-mailen
Bellen